Er zijn verschillende factoren die maken dat wij, of vele van onze taalgenoten, zo vlotjes het Engels in de mond nemen of uit de pen laten vloeien. Factoren die elkaar ook onderling beïnvloeden. Eén daarvan is de drang naar “mee zijn” met dingen waarvan men denkt dat ze “in” zijn. Doordat die vaak van over de Atlantische Oceaan komen, neemt men dan maar gelijk de term van ginder over. Het ergerlijke breaking news, soms ingekort tot het nog vreselijker breaking (bv. op de webstek van Het Nieuwsblad), is daar een voorbeeld van.
Ik geef dit voorbeeld omdat het tegelijk een voorbeeld is van de factor uit de titel van dit stukje: gemakzucht. Mensen doen niet de moeite om een Nederlands equivalent te gebruiken of, als het niet bestaat, te zoeken of te bedenken. Zoals het Frans in 1972 bijvoorbeeld de term logiciel construeerde voor de software die wij klakkeloos uit het Engels zijn blijven overnemen. In Op-en-Top Nederlands staan weliswaar volwaardige Nederlandse equivalenten voor breaking news, maar die krijgen weinig of geen navolging: ijlnieuws, groot nieuws, laatste nieuws (in het geval van Het Nieuwsblad valt nog te begrijpen dat ze die term niet bezigen) en voorrangsnieuws. Niet écht woorden die erin slagen te dekken wat men onder breaking news verstaat: een bericht dat zo belangrijk is dat dingen die op dat moment lopen (bv. tv-programma’s) ervoor onderbroken worden.
Een veel ouder voorbeeld is live. Dat is zo lekker kort dat de verleiding om in het Nederlands iets te zoeken dat sowieso langer zou uitvallen, nagenoeg onbestaande is. De betekenis is moeilijk te vatten. Urbanus heeft ooit een plaat uitgebracht die Leevend heette, maar dat wordt alleen aanvaard omdat het nu eenmaal Urbanus is. Live is namelijk niet “levend” – dat is alive (denk aan de woorden van dr. Frankenstein wanneer zijn creatuur tot leven komt: It’s alive!) of living. Wat Op-en-Top Nederlands hiervoor aanreikt is ofwel te lang en oubollig klinkend (in levenden lijve), ofwel dekt het niet elke lading (levensecht, rechtstreeks, onversneden), ofwel moet er een samengesteld woord gemaakt worden met wat live is (uitvoerings-). Echt overtuigend klinkt het allemaal niet.
Nochtans ben ik er zeker van dat een creatieve ploeg van mensen die overlopen van taalgevoel en vindingrijkheid, voor nagenoeg ieder Engels woord een aanvaardbaar en dekkend equivalent kunnen vinden. En daarna is het aan de taalgebruikers, de media op kop, om zo’n term ingang te doen vinden in plaats van makkelijk mee te deinen op de golven van het Engels – dat op zich niet eens imperalistisch wil zijn (denk ik) maar vooral in die rol gedwongen wordt door ónze gemakzucht.
Jan Heyvaert, MR Zuid-Oost Vlaanderen
Ring:
MRIS
Gepubliceerd op:
29 september 2020 21:02